Wetsvoorstel voor meer duidelijkheid zzp’ers naar de Kamer

De never ending story die begon na de afschaffing van de VAR-verklaring in mei 2016 en de beoogde vervangende Wet DBA heeft weer een nieuw hoofdstuk gekregen.

Wetsvoorstel voor meer duidelijkheid zzp’ers en sterkere positie laagbetaalde schijnzelfstandigen naar de Kamer

Het kabinet wil het duidelijker maken wanneer mensen werknemer zijn en wanneer werk gedaan kan worden als zelfstandige. De daarvoor geldende criteria komen in de wet te staan. Ook moet iemand die minder dan € 36 per uur verdient als zzp’er een sterkere rechtspositie krijgen. Zij kunnen straks makkelijker stellen werknemer te zijn en een beroep doen op de bijbehorende rechten. Dat staat in het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) dat het kabinet vandaag heeft ingediend bij de Tweede Kamer.

In het kort een opsomming, de hele tekst kun je vinden op de site van de Rijksoverheid.

Verduidelijking

Het wetsvoorstel verduidelijkt de criteria over wanneer iemand werknemer is en wanneer iemand als zelfstandige werkt.

Rechtsvermoeden

Daarnaast kunnen zzp’ers die minder dan € 36 per uur verdienen straks stellen werknemer te zijn en een beroep doen op de bijbehorende rechten. Als de zzp’er een beroep op het vermoeden heeft gedaan, dan is het aan de werkgever om aan te tonen dat er toch geen sprake is van een arbeidsovereenkomst en er als zelfstandige gewerkt wordt.

Schijnzelfstandigheid

Nederland telde in 2024 1,3 miljoen zzp’ers. Dat aantal is een verdubbeling van de 630.000 zzp’ers in 2003. In sommige gevallen is hierbij sprake van schijnzelfstandigheid: mensen die werken in een zzp-constructie, terwijl er vanwege de aard van het werk eigenlijk sprake is van werknemerschap.

Achtergrond wetsvoorstel

Het wetsvoorstel Vbar is het tweede grote wetsvoorstel van het arbeidsmarktpakket dat aan de Kamer wordt aangeboden.

Voortgang wetsbehandeling

Als de Tweede Kamer instemt met het voorstel, gaat het wetsvoorstel door naar de Eerste Kamer. Als ook de Eerste Kamer instemt wordt het wetsvoorstel volgens planning op 1 juli 2026 van kracht.

 

Het hele Wetsvoorstel is hier te vinden:

Wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Informatie op de website van ZZP Nederland:

Uitleg over Wet DBA, VBAR en Zelfstandigenwet | ZZP Nederland

Ondernemerschap blijft volwaardig criterium bij beoordelen schijnzelfstandigheid

Vandaag is er een nieuwsbericht van de Rijksoverheid geplaatst waar duidelijk is gemaakt dat er nog wel wat aangepast gaat worden aan de criterium bij het beoordelen  van schijnzelfstandigheid.
Wellicht goed nieuws voor echte zelfstandigen die desondanks toch in de hoek gezet worden door de maatregelen.

Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is blijft ondernemerschap een volwaardig criterium, naast de vraag of iemand wordt aangestuurd in het werk en voor eigen risico werkt. Kenmerken daarvan zijn bijvoorbeeld of iemand btw afdraagt, investeert in het eigen bedrijf of tijd en geld besteedt aan het werven van klanten.

Wetsvoorstel

Minister Eddy van Hijum gaat het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) in deze richting aanpassen.
Het wetsvoorstel komt daarmee in lijn met de recente uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Uber/FNV.

Lees meer op de site van de Rijksoverheid.

 

Herstel van de balans voor werken met en als zelfstandige(n)

In een onlangs verschenen nieuwsbericht meld de Rijksoverheid dat het kabinet de balans wil herstellen als het gaat om het werken met zelfstandigen en als zelfstandige.
Er staat zowaar een positieve zin in het verhaal:

“Zelfstandig ondernemerschap levert zo een belangrijke bijdrage aan de economie waar ook in de toekomst ruimte voor moet zijn.”

Ook heeft het kabinet de ambitie om op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen.
Hiervoor worden diverse acties opgezet om burgers en bedrijven hierop voor te bereiden.
Zo gaat de Belastingdienst actief samenwerken en hulp bieden aan partijen die willen en kunnen voldoen aan de fiscale en sociale verplichtingen.

En vooral over dat laatste verbaas ik mij al jaren. Waarom zo moeilijk doen over zelfstandigheid als het gaat om het voldoen van fiscale en sociale verplichtingen?
Als zelfstandig ondernemer wil ik zeker bijdragen aan deze zaken als dat redelijk is en daarmee de discussie over zelfstandigheid beëindigd wordt, dus bied dan eindelijk ook eens die mogelijkheid.

Het nieuwsbericht:

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/12/16/herstel-van-de-balans-voor-werken-met-en-als-zelfstandigen

Link naar de brief (42 pagina’s en 6 bijlagen!):

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/12/16/voortgangsbrief-werken-met-en-als-zelfstandigen

 

 

Pilot Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) van start

Opdrachtgevers kunnen door de vragenlijst in te vullen helder krijgen of ze een zelfstandige mogen inhuren voor een klus of dat er een arbeidscontract nodig is.

Deze module start nu eerst zes maanden als pilot en is te vinden via de website van het Ondernemersplein.
In de pilotfase is de webmodule bedoeld als voorlichtingsinstrument.
De deelname is vrijwillig en de webmodule kan anoniem worden ingevuld.
Er kunnen in deze fase geen rechten worden ontleend aan deze pilot.

 

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/01/11/pilot-webmodule-van-start

Opschorting handhaving Wet DBA verlengd tot 1 januari 2020

De opschorting van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is verlengd tot 1 januari 2020. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking. Wel gaat het kabinet de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 verruimen. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.

ZZP (foto: INECO)Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ ers) hebben een belangrijke positie op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil deze grote groep ondernemers de ruimte geven om te ondernemen, maar vindt het ook belangrijk dat zzp’ers een welbewuste keuze voor het ondernemerschap maken en niet belanden in een situatie van schijnzelfstandigheid. Bovendien wil het kabinet een einde maken aan de situatie dat mensen als zzp’er werken voor een tarief dat zo laag is dat zij zich niet kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en geen pensioen kunnen opbouwen.

Anderzijds wil het kabinet een einde maken aan het concurrentienadeel dat bedrijven ondervinden die zich aan de regels houden omdat andere bedrijven handige constructies gebruiken om lonen te drukken en risico’s af te wentelen. Vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers horen op de werkvloer geen concurrenten van elkaar te zijn.

Met de Wet DBA is de afgelopen periode geprobeerd duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking. In plaats van duidelijkheid leverde de wet juist veel onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers op. Daarom zet het kabinet in op nieuwe wet- en regelgeving die naar planning per 1 januari 2020 in werking treedt.

Kwaadwillenden

Tot die tijd wordt de opschorting van de handhaving verlengd en blijft de huidige situatie onveranderd voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Zij krijgen geen boetes en naheffingen. Wel kunnen ze in afwachting van nieuwe wetgeving en bij onzekerheid altijd contact opnemen met de Belastingdienst om afspraken te maken.

Bij kwaadwillenden handhaaft de Belastingdienst wel. Per 1 juli 2018 richt de handhaving zich niet langer alleen op de ernstigste gevallen, maar ook op de andere kwaadwillenden.  Het kabinet geeft hiermee gehoor aan de toenemende onvrede over mogelijke schijnzelfstandigheid bij voornamelijk de onderkant van de arbeidsmarkt.

De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:

  1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
  2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
  3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Gezag

Of iemand een werknemer is, wordt onder meer bepaald door de vraag of er sprake is van een gezagsrelatie. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om voor 1 januari 2019 te verduidelijken wat dit begrip – onder de huidige wetgeving – inhoudt. Het kabinet gaat in overleg met de betrokkenen over de knelpunten en zal in een hoofdlijnenbrief nog voor de zomer toelichten hoe dit begrip verduidelijkt wordt.

Ook over andere onderwerpen is nauw contact met belangenorganisaties. Het kabinet wil dat de nieuwe wet- en regelgeving aansluit bij wat er leeft in de praktijk. Daarom worden veldpartijen, zoals zzp-organisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de uitwerking. Onlangs was er een kick-off bijeenkomst met het veld. Bij het uitwerken van de hoofdlijnen van de nieuwe maatregelen zal het kabinet deze partijen opnieuw uitnodigen.

Documenten

  • Kamerbrief roadmap vervanging DBA

 

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/02/09/opschorting-handhaving-wet-dba-verlengd-tot-1-januari-2020

Kamerbrief over een nieuwe balans op de arbeidsmarkt

Vanmorgen weer een gesprek gehad met een concerninkoper van een opdrachtgever over de wet DBA problematiek.
Het is toch te gek dat de onzekerheid rond de wet DBA al zo lang duurt!


En zoals uit deze brief blijkt zal de onzekerheid nog even voortduren:

Het kabinet heeft grote ambities voor hervormingen op het gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid en rond de kwalificatie van zelfstandigen. Het regeerakkoord heeft de richting hiervan benoemd. Het streven is dat de benodigde wetgeving grotendeels per 2020 in werking treedt. 

Bronnen:

https://archief28.sitearchief.nl/archives/sitearchief/20171216195128/https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2017/12/15/kamerbrief-over-een-nieuwe-balans-op-de-arbeidsmarkt/kamerbrief-over-een-nieuwe-balans-op-de-arbeidsmarkt.pdf

https://www.nu.nl/politiek/5102816/minister-koolmees-blijft-worstelen-met-zzp-dossier.html

Alternatief voor ‘Beschikking geen loonheffingen’ en ‘Verklaring Arbeidsrelatie’

Bron: De Belastingdienst 21-04-2015 en 06-07-2015

Verschillende organisaties, waaronder VNO-NCW, zzp-organisaties en vakbonden, hebben samen met het kabinet aan een alternatief voor de ‘Beschikking geen loonheffingen’ en de ‘Verklaring Arbeidsrelatie’ gewerkt. Hiervoor moet het wetsvoorstel waarmee de ‘Verklaring arbeidsrelatie’ wordt vervangen door de ‘Beschikking geen loonheffingen’, aangepast worden. Dat schrijft staatssecretaris Wiebes in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de brief van de staatssecretaris worden met dit alternatief:

  • zzp’ers niet onnodig belast met papierwerk
  • de administratieve lasten en de uitvoeringskosten verlaagd
  • de voorwaarden voor het werken buiten dienstbetrekking helderder voor zowel opdrachtgever én opdrachtnemer
  • opdrachtnemer en –gever niet beperkt in hun keuzevrijheden

Voorbeeldovereenkomsten

Nieuw in dit alternatief is de voorbeeldovereenkomst per sector: opdrachtnemers die werken op grond van zo’n overeenkomst, zijn niet in dienst van de opdrachtgever. De opdrachtgever hoeft voor hen dus geen loonheffingen in te houden en te betalen, zolang de opdrachtnemers volgens de overeenkomst werken. De voorbeeldovereenkomsten worden opgesteld door de belangenorganisaties van de opdrachtgevers én opdrachtnemers en vervolgens beoordeeld door de Belastingdienst. De overeenkomst zegt niets over de inkomsten van de opdrachtnemer.

Individuele overeenkomsten

Ook individuele overeenkomsten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen straks worden beoordeeld door de Belastingdienst. Wij geven vervolgens uitsluitsel of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen. De opdrachtnemer moet wel volgens de overeenkomst werken.

Alternatief VAR goedgekeurd: overeenkomsten voorleggen nu al mogelijk

06-07-2015

De Tweede Kamer is akkoord met het wetsvoorstel voor een alternatief voor de VAR. Als de Eerste Kamer na het zomerreces ook akkoord gaat, verdwijnt de VAR per 2016.

In plaats daarvan kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers overeenkomsten aan ons voorleggen, die de belastingdienst vervolgens beoordeeld. Overeenkomsten op grond waarvan een opdrachtgever geen loonheffingen hoeft in te houden, kan de belastingdienst als voorbeeldovereenkomst op hun internetsite publiceren.

De belastingdienst wil dit najaar al zo veel mogelijk voorbeeldovereenkomsten publiceren. Andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen daar dan gebruik van maken. Daarom kunt u nu al overeenkomsten aan de belastingdienst voorleggen.

Bron 

(Dit artikel is overgenomen van http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/berichten/nieuws/201504021_alternatief_voor_beschikking_geen+loonheffingen_en_var)

Wetsvoorstel: ook opdrachtgever verantwoordelijk voor fiscale beoordeling van arbeidsrelatie zzp’er

Bron: http://www.rijksoverheid.nl

Opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) worden beiden verantwoordelijk voor de beoordeling of hun arbeidsrelatie moet leiden tot afdracht van loonbelasting en premies. Dat staat in een wetsvoorstel dat staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Door de Wet ‘invoering Beschikking geen loonheffingen’ kan de Belastingdienst het onderscheid tussen een dienstverband en ondernemerschap beter handhaven.

De staatssecretaris maakt met de invoering van de Beschikking geen loonheffing (BGL) zowel opdrachtgever als opdrachtnemer verantwoordelijk voor de vraag of feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. In dat geval moet de opdrachtgever loonheffingen afdragen.

VAR
De BGL vervangt de zogenoemde Verklaring Arbeidsrelatie, de VAR. Bij de VAR vraagt een zzp´er vooraf een oordeel van de Belastingdienst of zijn inkomen wel of niet wordt beoordeeld als loon. De opdrachtgever is nu niet betrokken bij deze aanvraag en ondervindt geen gevolgen als achteraf blijkt dat geen sprake was van ondernemerschap van de zzp´er, maar van een dienstbetrekking. De financiële consequenties komen in dat geval alleen voor rekening van de zzp’er.

Handhaving
Opdrachtgevers vragen zzp’ers een VAR te tonen zodat zij geen loonheffingen hoeven in te houden en af te dragen. Voor zzp´ers is de VAR van belang bij het werven van opdrachten. Dit kan schijnzelfstandigheid in de hand werken: arbeidskrachten die op papier werken als zzp´er, maar in de praktijk een dienstbetrekking vervullen.

Het kabinet wil echte ondernemers ondersteunen en tegelijkertijd schijnconstructies bestrijden opdat die mensen de zekerheid krijgen van een dienstverband. Doordat de BGL zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer verantwoordelijk maakt voor de beoordeling van hun arbeidsrelatie kan de Belastingdienst het onderscheid tussen een dienstverband en ondernemerschap beter handhaven.

Bij de aanvraag van een BGL beantwoordt een zzp’er via een webmodule een aantal vragen. Als deze vragenreeks tot een beschikking leidt, staat daarin vermeld onder welke voorwaarden de opdracht wordt uitgevoerd. De opdrachtgever dient de beschikking te controleren voordat hij de opdracht daadwerkelijk verstrekt. Een zzp’ er hoeft niet voor elke opdracht een nieuwe beschikking aan te vragen: bij opdrachten waar werkzaamheden, omstandigheden en voorwaarden gelijk zijn, kan de zzp’er dezelfde beschikking gebruiken.