Ondernemerschap blijft volwaardig criterium bij beoordelen schijnzelfstandigheid

Vandaag is er een nieuwsbericht van de Rijksoverheid geplaatst waar duidelijk is gemaakt dat er nog wel wat aangepast gaat worden aan de criterium bij het beoordelen  van schijnzelfstandigheid.
Wellicht goed nieuws voor echte zelfstandigen die desondanks toch in de hoek gezet worden door de maatregelen.

Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is blijft ondernemerschap een volwaardig criterium, naast de vraag of iemand wordt aangestuurd in het werk en voor eigen risico werkt. Kenmerken daarvan zijn bijvoorbeeld of iemand btw afdraagt, investeert in het eigen bedrijf of tijd en geld besteedt aan het werven van klanten.
Minister Eddy van Hijum gaat het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) in deze richting aanpassen.
Het wetsvoorstel komt daarmee in lijn met de recente uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Uber/FNV.

Lees meer op de site van de Rijksoverheid.

 

In 2025 geen boetes bij handhaving schijnzelfstandigheid

De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaven bij organisaties die werken met mensen die volgens de wet eigenlijk in loondienst horen.
Over het kalenderjaar 2025 worden vooralsnog geen boetes opgelegd. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes.
Organisaties kunnen eerst een waarschuwing van de Belastingdienst krijgen voordat er zogenaamde boekenonderzoeken (controles) worden ingesteld.
Alle goedgekeurde modelovereenkomsten worden automatisch verlengd tot en met 31 december 2029.
Met deze maatregelen gaat de Belastingdienst in op het verzoek van de Tweede Kamer voor een zachte landing bij de handhaving op schijnzelfstandigheid.

Meer informatie kunt u vinden in het handhavingsplan arbeidsrelaties 2025 dat gepubliceerd is op de website van de Belastingdienst.

Herstel van de balans voor werken met en als zelfstandige(n)

In een onlangs verschenen nieuwsbericht meld de Rijksoverheid dat het kabinet de balans wil herstellen als het gaat om het werken met zelfstandigen en als zelfstandige.
Er staat zowaar een positieve zin in het verhaal:

“Zelfstandig ondernemerschap levert zo een belangrijke bijdrage aan de economie waar ook in de toekomst ruimte voor moet zijn.”

Ook heeft het kabinet de ambitie om op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen.
Hiervoor worden diverse acties opgezet om burgers en bedrijven hierop voor te bereiden.
Zo gaat de Belastingdienst actief samenwerken en hulp bieden aan partijen die willen en kunnen voldoen aan de fiscale en sociale verplichtingen.

En vooral over dat laatste verbaas ik mij al jaren. Waarom zo moeilijk doen over zelfstandigheid als het gaat om het voldoen van fiscale en sociale verplichtingen?
Als zelfstandig ondernemer wil ik zeker bijdragen aan deze zaken als dat redelijk is en daarmee de discussie over zelfstandigheid beëindigd wordt, dus bied dan eindelijk ook eens die mogelijkheid.

Het nieuwsbericht:

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/12/16/herstel-van-de-balans-voor-werken-met-en-als-zelfstandigen

Link naar de brief (42 pagina’s en 6 bijlagen!):

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/12/16/voortgangsbrief-werken-met-en-als-zelfstandigen

 

 

Pilot Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA) van start

Opdrachtgevers kunnen door de vragenlijst in te vullen helder krijgen of ze een zelfstandige mogen inhuren voor een klus of dat er een arbeidscontract nodig is.

Deze module start nu eerst zes maanden als pilot en is te vinden via de website van het Ondernemersplein.
In de pilotfase is de webmodule bedoeld als voorlichtingsinstrument.
De deelname is vrijwillig en de webmodule kan anoniem worden ingevuld.
Er kunnen in deze fase geen rechten worden ontleend aan deze pilot.

 

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/01/11/pilot-webmodule-van-start

Opschorting handhaving Wet DBA verlengd tot 1 januari 2020

De opschorting van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is verlengd tot 1 januari 2020. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking. Wel gaat het kabinet de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 verruimen. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.

ZZP (foto: INECO)Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ ers) hebben een belangrijke positie op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil deze grote groep ondernemers de ruimte geven om te ondernemen, maar vindt het ook belangrijk dat zzp’ers een welbewuste keuze voor het ondernemerschap maken en niet belanden in een situatie van schijnzelfstandigheid. Bovendien wil het kabinet een einde maken aan de situatie dat mensen als zzp’er werken voor een tarief dat zo laag is dat zij zich niet kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en geen pensioen kunnen opbouwen.

Anderzijds wil het kabinet een einde maken aan het concurrentienadeel dat bedrijven ondervinden die zich aan de regels houden omdat andere bedrijven handige constructies gebruiken om lonen te drukken en risico’s af te wentelen. Vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers horen op de werkvloer geen concurrenten van elkaar te zijn.

Met de Wet DBA is de afgelopen periode geprobeerd duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking. In plaats van duidelijkheid leverde de wet juist veel onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers op. Daarom zet het kabinet in op nieuwe wet- en regelgeving die naar planning per 1 januari 2020 in werking treedt.

Kwaadwillenden

Tot die tijd wordt de opschorting van de handhaving verlengd en blijft de huidige situatie onveranderd voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Zij krijgen geen boetes en naheffingen. Wel kunnen ze in afwachting van nieuwe wetgeving en bij onzekerheid altijd contact opnemen met de Belastingdienst om afspraken te maken.

Bij kwaadwillenden handhaaft de Belastingdienst wel. Per 1 juli 2018 richt de handhaving zich niet langer alleen op de ernstigste gevallen, maar ook op de andere kwaadwillenden.  Het kabinet geeft hiermee gehoor aan de toenemende onvrede over mogelijke schijnzelfstandigheid bij voornamelijk de onderkant van de arbeidsmarkt.

De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:

  1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
  2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
  3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Gezag

Of iemand een werknemer is, wordt onder meer bepaald door de vraag of er sprake is van een gezagsrelatie. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om voor 1 januari 2019 te verduidelijken wat dit begrip – onder de huidige wetgeving – inhoudt. Het kabinet gaat in overleg met de betrokkenen over de knelpunten en zal in een hoofdlijnenbrief nog voor de zomer toelichten hoe dit begrip verduidelijkt wordt.

Ook over andere onderwerpen is nauw contact met belangenorganisaties. Het kabinet wil dat de nieuwe wet- en regelgeving aansluit bij wat er leeft in de praktijk. Daarom worden veldpartijen, zoals zzp-organisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de uitwerking. Onlangs was er een kick-off bijeenkomst met het veld. Bij het uitwerken van de hoofdlijnen van de nieuwe maatregelen zal het kabinet deze partijen opnieuw uitnodigen.

Documenten

  • Kamerbrief roadmap vervanging DBA

 

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/02/09/opschorting-handhaving-wet-dba-verlengd-tot-1-januari-2020

Kamerbrief over een nieuwe balans op de arbeidsmarkt

Vanmorgen weer een gesprek gehad met een concerninkoper van een opdrachtgever over de wet DBA problematiek.
Het is toch te gek dat de onzekerheid rond de wet DBA al zo lang duurt!


En zoals uit deze brief blijkt zal de onzekerheid nog even voortduren:

Het kabinet heeft grote ambities voor hervormingen op het gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid en rond de kwalificatie van zelfstandigen. Het regeerakkoord heeft de richting hiervan benoemd. Het streven is dat de benodigde wetgeving grotendeels per 2020 in werking treedt.

 

 

 

 

 

Bronnen:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/12/15/kamerbrief-over-een-nieuwe-balans-op-de-arbeidsmarkt

https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2017/12/15/kamerbrief-over-een-nieuwe-balans-op-de-arbeidsmarkt/kamerbrief-over-een-nieuwe-balans-op-de-arbeidsmarkt.pdf

https://www.nu.nl/politiek/5102816/minister-koolmees-blijft-worstelen-met-zzp-dossier.html

Regeerakkoord 2017: De Wet DBA wordt vervangen

Nu het regeerakkoord 2017 openbaar is gemaakt is ook duidelijk geworden dat de veel besproken wet DBA wordt vervangen.

Hieronder een stukje uit het regeerakkoord met de belangrijkste punten voor zelfstandigen.

Bronnen: Regeerakkoord D66, Regeerakkoord CDA, www.tweedekamer.nl

Op dinsdag 10 oktober 2017 hebben de fractievoorzitters van VVD (Mark Rutte), CDA (Sybrand Buma), D66 (Alexander Pechtold) en ChristenUnie (Gert-Jan Segers) in de Oude Zaal een toelichting gegeven op hun regeerakkoord. Bron: Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Werken als zelfstandige

  • Zzp-ers hebben een belangrijke positie op de arbeidsmarkt. Het is wel belangrijk dat zzp-ers om de juiste redenen kiezen voor het zzp-schap en er niet eigenlijk sprake is van een arbeidsrelatie. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) heeft voor die laatste vraag geen helderheid geschapen, maar juist onrust gebracht waardoor teveel echte zelfstandige ondernemers zijn geraakt. Met name aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt is nog steeds sprake van schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden. De Wet DBA wordt daarom vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen. Bij de uitwerking van de wet zullen veldpartijen betrokken worden en zijn zowel de handhaafbaarheid als de effecten op de administratieve lasten van belang.
  • Voor zzp-ers wordt bepaald dat altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur van de overeenkomst of een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Wat een laag tarief is, wordt gedefinieerd als corresponderend met loonkosten tot 125% van het wettelijk minimumloon (de grens die bijvoorbeeld ook voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt gehanteerd) of met de laagste loonschalen in cao’s. Er wordt één tarief gekozen om voor de gehele markt de onderkant af te bakenen. Op basis van de gehanteerde argumentatie zal dit tarief vermoedelijk liggen in een bandbreedte tussen de 15 en 18 euro per uur. Een langere duur wordt gedefinieerd als langer dan drie maanden.
  • Aan de bovenkant van de markt wordt voor zelfstandig ondernemers een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen ingevoerd, indien er sprake is van een hoog tarief in combinatie met een kortere duur van de overeenkomst of een hoog tarief in combinatie met het niet verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Bij een ‘hoog tarief’ denkt het kabinet aan een tarief boven de 75 euro per uur. Een kortere duur wordt gedefinieerd als korter dan een jaar.
  • Voor zelfstandigen boven het ‘lage’ tarief wordt een ‘opdrachtgeversverklaring’ ingevoerd. Deze geeft opdrachtgevers vooraf duidelijkheid en zekerheid bij de inhuur van zelfstandig ondernemers. Opdrachtgevers krijgen deze verklaring via het invullen van een webmodule, zoals bijvoorbeeld ook in het Verenigd Koninkrijk bestaat. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt een opdrachtgever zekerheid vooraf van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen (tenzij de webmodule niet naar waarheid is ingevuld). In de webmodule wordt een aantal duidelijke vragen gesteld aan de opdrachtgever over de aard van de werkzaamheden. Daarbij wordt ten behoeve van de webmodule het onderdeel ‘gezagsverhouding’ verduidelijkt (bijvoorbeeld dat het enkel moeten bijwonen van een vergadering op zichzelf geen indicatie van gezag is). Tevens zal het kabinet de wet zo aanpassen dat gezagsverhouding voortaan meer getoetst wordt op basis van de materiële in plaats van formele omstandigheden.
  • De markt krijgt de tijd om te wennen aan veranderde wet- en regelgeving. Het huidige handhavingsmoratorium wordt na invoering van de bovenstaande maatregelen gefaseerd afgebouwd. Na invoering van de nieuwe wetgeving geldt maximaal een jaar een terughoudend handhavingsbeleid (onder andere geen boetes na eerste controle), waarin de Belastingdienst een coachende rol heeft en partijen helpt bij de toepassing van de nieuwe regelgeving.
  • Het kabinet gaat verkennen, ook in overleg met sociale partners en veldpartijen, of en hoe zelfstandig ondernemerschap via de invoering van een ondernemersovereenkomst een eigen plek zou kunnen krijgen in het burgerlijk wetboek. Dit zou de positie van zelfstandig ondernemers kunnen verhelderen en verstevigen.
  • Tevens zal worden bezien hoe bij zelfstandigen de verzekeringsgraad voor arbeidsongeschiktheid kan worden verhoogd. Het is van belang dat zelfstandigen een bewuste keuze kunnen maken om zich wel of niet te verzekeren en dat zelfstandigen die daarvoor kiezen in beginsel toegang hebben tot de verzekeringsmarkt. Het kabinet zal in gesprek gaan met de verzekeraars om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen.
  • Uiteraard zal het kabinet blijven peilen of de praktijk van de wijzigingen overeenstemt met de doelstellingen van de wijzigingen, namelijk het tegengaan van schijnzelfstandigheid en zorgen dat echte zzp-ers gewoon hun werk kunnen doen.

 

Alternatief voor ‘Beschikking geen loonheffingen’ en ‘Verklaring Arbeidsrelatie’

Bron: De Belastingdienst 21-04-2015 en 06-07-2015

Verschillende organisaties, waaronder VNO-NCW, zzp-organisaties en vakbonden, hebben samen met het kabinet aan een alternatief voor de ‘Beschikking geen loonheffingen’ en de ‘Verklaring Arbeidsrelatie’ gewerkt. Hiervoor moet het wetsvoorstel waarmee de ‘Verklaring arbeidsrelatie’ wordt vervangen door de ‘Beschikking geen loonheffingen’, aangepast worden. Dat schrijft staatssecretaris Wiebes in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de brief van de staatssecretaris worden met dit alternatief:

  • zzp’ers niet onnodig belast met papierwerk
  • de administratieve lasten en de uitvoeringskosten verlaagd
  • de voorwaarden voor het werken buiten dienstbetrekking helderder voor zowel opdrachtgever én opdrachtnemer
  • opdrachtnemer en –gever niet beperkt in hun keuzevrijheden

Voorbeeldovereenkomsten

Nieuw in dit alternatief is de voorbeeldovereenkomst per sector: opdrachtnemers die werken op grond van zo’n overeenkomst, zijn niet in dienst van de opdrachtgever. De opdrachtgever hoeft voor hen dus geen loonheffingen in te houden en te betalen, zolang de opdrachtnemers volgens de overeenkomst werken. De voorbeeldovereenkomsten worden opgesteld door de belangenorganisaties van de opdrachtgevers én opdrachtnemers en vervolgens beoordeeld door de Belastingdienst. De overeenkomst zegt niets over de inkomsten van de opdrachtnemer.

Individuele overeenkomsten

Ook individuele overeenkomsten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen straks worden beoordeeld door de Belastingdienst. Wij geven vervolgens uitsluitsel of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen. De opdrachtnemer moet wel volgens de overeenkomst werken.

Alternatief VAR goedgekeurd: overeenkomsten voorleggen nu al mogelijk

06-07-2015

De Tweede Kamer is akkoord met het wetsvoorstel voor een alternatief voor de VAR. Als de Eerste Kamer na het zomerreces ook akkoord gaat, verdwijnt de VAR per 2016.

In plaats daarvan kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers overeenkomsten aan ons voorleggen, die de belastingdienst vervolgens beoordeeld. Overeenkomsten op grond waarvan een opdrachtgever geen loonheffingen hoeft in te houden, kan de belastingdienst als voorbeeldovereenkomst op hun internetsite publiceren.

De belastingdienst wil dit najaar al zo veel mogelijk voorbeeldovereenkomsten publiceren. Andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen daar dan gebruik van maken. Daarom kunt u nu al overeenkomsten aan de belastingdienst voorleggen. Wie een overeenkomst kan voorleggen en hoe, leest u bij Overeenkomsten voorleggen.

 

(Dit artikel is overgenomen van http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/berichten/nieuws/201504021_alternatief_voor_beschikking_geen+loonheffingen_en_var)